“Maar ik ben niet creatief!”
“Maar ik ben helemaal niet creatief!” Dacht ik toen iemand dat over mij opmerkte op de middelbare school.
Ik was niet één van die kids die al op jonge leeftijd een gitaar oppakte of de camera van haar vader ontdekte. Ik weet nog goed toen ik op de middelbare school voor het eerst nadacht over mijn studiekeuze. Iets met psychologie misschien? In ieder geval niks wat wetenschappelijk of cijfer-gerelateerd is (ik was heel slecht in vakken zoals economie, wiskunde en scheikunde). Hmm… wat wil ik?! Toen zei iemand: “Maar je bent toch best creatief? Waarom ga je geen Kunstacademie doen?” “Huh? Maar ik ben toch helemaal niet creatief?” Toen moest ik daar wel even over nadenken. Het kwam een beetje als een schok. Ineens zag ik mezelf fladderend door een school waar mensen tekenende, schilderden en ontwierpen. Zou ik daar bij horen? Ineens voelde ik me heel erg fijn en zag mezelf al lopen als een heuse beroemde kunstenaar in New York. “Ik ben creatief!!”
Maar toen begon het verhaal. Wat is dan een vak wat ik zou kunnen doen? Want ik blonk nou niet ergens echt in uit. Beetje fotograferen hier, beetje tekenen daar, op een xylofoon slaan tijdens muziekles. Dat waren nou niet echt dingen waarvan ik dacht: “Daar maken we een carrière van!”. Een vriendin van me besloot mode te gaan studeren. Mode… dat was wel toepasbaar. Dat kon ik ook vast wel! Het feit dat ik geen geduld had achter de naaimachine en nauwelijks wist wat katoen was sloeg ik weg. Ik kon immers tekenen. Dus met een snel gebakken portfolio (alleen tekeningen welteverstaan) ging ik op pad naar de Kunstacademies van Nederland; Arnhem, Utrecht en Den Haag. Overal kwam ik door de eerste ronde heen (wat mij al enorm verbaasde; ik en mijn krabbels), maar bij Arnhem en Utrecht vonden ze mijn stijl nog te jong en vroegen me een jaar later terug te komen. Ik had al een beetje mijn zinnen gezet op dat ik een tussenjaar zou moeten doen. Maar daar hield ik niet van: tussenjaren. Ik wilde door. Maar in Den Haag werd ik aangenomen! Onze lieve Heer mag weten waarom, want mijn krabbels leken niks vergeleken met de andere mensen die waren toegelaten. “We voelen iets bij jou,” zeiden de leraren. Als een blij ei sprong ik de gang door. De leraren glimlachten en ik dacht: “This is my time to shine!”
Maar “shinen” deed ik niet zo op de Kunstacademie. Ik was 18 jaar oud en wist nog helemaal niet zo goed wie ik was. Ineens moest ik allerlei dingen uitvoeren die ik nog nooit had gedaan. Daar ben je natuurlijk ook student voor, maar ik had het gevoel dat je op voorhand al behoorlijk wat skills moest hebben en ik liep flink achter. Ik weet nog toen ik tekenles had en dacht: “Eindelijk iets wat ik kan!” Maar helaas; ik was de zwakste schakel. Mijn tekeningen zagen eruit als een Picasso-on-drugs in vergelijking met mijn medestudenten, die ware kunstwerken maakten. Toen zag ik de ene na de andere student van de studie stoppen. De academie bleek erg pittig te zijn, met veel strenge feedback. Er was zelfs een meisje in mijn klas die zo ziek werd van de stress dat ze van school moest (what the…)! Ik zag hoe medestudenten streden om zo goed mogelijk uit de verf te komen, veel van die studenten heb ik zien huilen. Ik had één voordeel: ik was het type doorzetter (overigens jankte ik ook heel veel hoor). Alles waar ik aan begon moest en zou ik afmaken. Dus óf ik deed het niet óf ik deed het helemaal. Mijn concepten vonden de leraren altijd goed en interessant, maar de uitwerking lukte vaak niet geheel naar de hun zin. Ik was veelal té commercieel (dat is vloeken in de kerk op een Kunstacademie) en was niet zo top met uitwerken (iets met weinig geduld). Uiteindelijk studeerde ik in 2010 af aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Met ongeveer 10 van de 30 medestudenten waar ik mee begonnen was. Ik had echt veel geleerd… écht! En ik weet ook zeker dat ik niet zou zijn waar ik nu ben als ik had opgegeven. Maar het feit blijft wel dat ik een middelmatige student was, of in ieder geval, zo voelde ik me.
Na de Kunstacademie bleek ik profijt te hebben van mijn “commerciële” instelling en al snel vond ik een baan als modestyliste. Twee jaar lang werkte ik voor een bedrijf waar ik ontwierp en ook technisch tekende voor verschillende Nederlandse modemerken. Toch liep ik ook daar weer tegen een muur aan. Het voelde nooit goed genoeg en ik kon hier weer te weinig “vrijzinnig” werken. Alles moest commercieel benaderd worden. Gericht op de mode van nu. Dat is natuurlijk helemaal geen probleem, maar ik mistte inhoud in mijn werk. Ik ging naar huis met de gedachte dat mijn kleding in China gemaakt werd en misschien wel in van die zielige fabrieken waar mensen niet goed verzorgd worden. Uiteindelijk ging het om verkoop van product; geld. Het stond me tegen. Niet omdat het “fout” is, maar omdat het niet bij mij past. Aan het eind van deze baan was ik opgebrand. Ik voelde me leeg, huilde veel in de auto op weg naar huis en dacht: “Waar ben ik in vredesnaam mee bezig!”.
Ik besloot de stoute schoenen aan te trekken en ging naar een open sollicitatie bij een grafisch bedrijf hier in de buurt. Ik had onderhand veel met Illustrator en Photoshop gewerkt en bleek grafische vormgeving heel leuk te vinden. Ik had een goede klik met de werkgever en zij nam me aan. Dat was de eerste keer dat ik een sprankje begon te ontdekken van wat ik echt leuk vind: grafisch en fotografisch beeld. Ik voelde me op mijn plek en leerde snel. Maar op een gegeven moment merkte ik dat ik stagneerde. Als “doorzetter” dacht ik dat ik misschien een fase had, maar al snel begon mijn ontwikkeling spaak te lopen. Ik dacht: “Dit is het dan, dit is mijn ‘creativiteitslevel’ en het is bar laag.” Helaas werd na twee jaar mijn contract beëindigd en wat er daarna gebeurde lees je hier, op mijn blog over waarom ik voor mezelf begon.
Ondertussen had ik fotografie ontdekt. Ik genoot er intens van, maar dacht ook: Ik ben nooit genoeg. Ik dacht nog steeds dat ik op creatief gebied nooit ergens echt in zou uitblinken. Ook toen mijn klanten laaiend enthousiast waren over hun albums. Nog steeds dacht ik: “Ik ben een duizend in een dozijn konijn.”
Na ongeveer een jaar voor mezelf te hebben gewerkt, merkte ik dat ik steeds naar andere fotografen keek. Want laten we eerlijk zijn: wát is er een boel talent. Ik dacht: “Ik kap ermee. Ik ga aan de kassa werken bij de Hema, mijn leven lang!” Zonder dat ik het door had was ik in de slachtoffer-rol gekropen, die ik altijd zo haatte (past niet bij doorzetters). Tot aan begin 2016 liep ik af en toe met mijn arm onder mijn ziel. Tot ik me op een dag realiseerde dat ik op moest houden met dat gejammer. Daar had niemand wat aan en ik zelf al helemaal niet. Toen ik begon met fotografie genoot ik intens van mijn werk en toen was mijn oude vriend “twijfel” er ineens weer bij komen kijken. Die stiekemerd… nee… die stinkende stiekemerd. Ik had een keuze: óf ik liet het toe en zou mijn hele creatieve carrière een stil stemmetje in mijn hoofd hebben. Óf ik zou zeggen: “Rot op, ik heb het te druk met mooi werk maken.” Dat laatste deed ik en het klinkt heel suf, maar er ging een knop om in mijn hoofd. Het is niet belangrijk hoe ik als creatieveling ontvangen wordt. Het is belangrijk dat ik doe waar ik goed in ben: fotografie en kwaliteit leveren. En dát kan ik! VERREK – IK KAN DIT!
Waarom vertel ik dit jullie allemaal? Geregeld ontvang ik berichtjes over mijn werk. Over hoe mooi de beelden zijn en hoe ik een eigen stempel heb gedrukt op mijn werk. Mijn laatste persoonlijke blog heeft ook veel teweeg gebracht. Ik liet jullie een stukje van mezelf zien. Het raakte mij, dat mensen het zo goed ontvingen en geïnspireerd raakten. Daarom besloot ik dat jullie ook maar eens moesten weten wat er in zo’n koppie van iemand om kan gaan. Want, zo heb ik ontdekt, zijn er ontzettend veel mensen die deze strijd dagelijks hebben: “Ik ben nooit goed genoeg.”
Door het afgelopen jaar meer verstilling te zoeken en mezelf weer op een andere manier geaccepteerd te hebben, kwam ik erachter dat ik moest ophouden met het zoeken naar bevestiging. Want diep van binnen is dát wat het is. We willen bevestiging krijgen dat we goed bezig zijn. Misschien niet overduidelijk, maar een beetje. Social media heeft daar een lekkere hand in met zijn kijk-mij-succesvol-en-blij-leven (en kijk-mij-op-vakantie-blij-zijn-hallo-weekend-yay-nieuwe-dingen) inzet. Maar geloof me… het leven is niet perfect. We maken leuke dingen mee en dingen die gewoon prutje zijn. We hebben ups en we hebben downs. Ik heb HEUL veel downs gehad in mijn creatieve carrière. In het vinden ervan en in het uitleven ervan. Maar ik geloof dat alles wat ik tot nu toe heb mee gemaakt mij sterker heeft gemaakt. En dat het mij een reden heeft gegeven om mensen op een andere manier te benaderen. Om hun bij te staan in hun dromen en om te geloven in anderen wanneer niemand dit lijkt te doen. Je bent niet alleen. Dus laten we samen onze muren neerhalen en hier eens open over zijn.
Wat er in jouw hart leeft is waar je mee bezig mag gaan. Neem kleine stapjes, neem grote stappen. Maar gooi niet de handdoek in de ring. En daarmee bedoel ik niet dat je als een malle een status quo van “succes” moet najagen. Maar dat je eens mag nadenken over wie je bent en wat jíj nou echt wilt.
Terugkijkend op mijn jeugd schreeuwde alles in mij: “ik ben creatief!” Ik zong elk weekend met mijn buurmeisje op de schommel, tekende heel veel, schreef liedjes en gedichtjes, bouwde Barbie-huizen uit enorme dozen en bedacht altijd een andere manier om mensen te benaderen. Ik ben creatief geboren, alleen ik herkende het niet en helaas hadden mijn naasten het ook niet zo door. Niemand van wieg tot middelbare school zei tegen mij: “Jij bent creatief!” Veel van ons lopen met iets rond. Een talent, een gevoel, een droom. Iets wat je ooit gegrepen heeft, maar je bent het vergeten. Misschien is het eens tijd om die oude doos van zolder te halen en de deksel eraf te trekken. Wat ben jij verloren door tijd en negativiteit?
Foto’s door mijn mooie man: Aaron Bartlett
Je hebt het erover dat je inhoud in je werk mistte toen je vooral commercieel werkte… Dit herken ik helemaal! In zo’n periode zit ik op dit moment ook met bepaalde projecten, het wordt zo vlak. Heel inspirerend artikel, geeft mij weer een boost!
Wat super om te horen dat het je een boost geeft Jedidja! Het is soms niet makkelijk creatief te zijn haha! Ga vooral door met mooie dingen maken. <3
Het nooit goed genoeg zijn is zeker heel herkenbaar (de barbiehuizen bouwen uit karntonnen dozen trouwens ook). Het lastige van creatieve beroepen is dat het heel subjectief is en er daardoor ook altijd kritiek gegeven wordt en er ruimte voor ontwikkeling is. Mooi hoe je dit omarmt hebt. Je verhaal inspireert me en je foto’s zijn prachtig. Nooit opgeven!
Dankjewel voor je reactie Marieke! Je hebt helemaal gelijk. Ik denk dat creativiteit ook voor velen iets “ongrijpbaar” is. Er wordt gecreëerd en daarvoor zie je niks. Er is geen garantie van hoe het eruit gaat zien of hoe het er überhaupt uit zal zien. Ik denk dat, dat veel mensen een beetje kriebelig maakt. Ook met het idee of er genoeg werk zal zijn en wie er vertrouwen in je talent zal hebben. Leuk dat je gereageerd hebt! <3
Bedankt voor het delen. Heel herkenbaar <3
Dankjewel! Goed om te horen. 🙂